Bretons - Keltische bewoners (ong. 1200000) van Bretagne (Frankrijk). Uit Cornwall ong. 500 na Chr. overgekomen.
Klein van gestalte, donker haar. Zeer gehecht aan de traditie; Katholiek en monarchaal. Vele oude gebruiken. Oude gedenkteekens (dolmen, menhirs, cromlechs). De oude kleederdrachten raken hier en daar in onbruik. Het gebruik der taal gaat achteruit.
Lit.: J. Choleau, L’expansion bretonne au XXe siècle (Parijs 1922); A. Chevrillon, La Bretagne d’hier (Parijs 1925). “Heere.
” Deze zuivere Kelten waren na den dood van Karel den Grooten de felste bestrijders van het Frankische rijk. Zoowel Lodewijk de Vrome als Karel de Kale hadden veel met hen te stellen. Toen Hugo Capet de regeering aanvaardde (987) in Frankrijk, vormden de Bretons het afzonderlijke hertogdom Bretagne, dat een sterken steun had in het zelfstandig karakter zijner bevolking. Van de Bretons zijn tallooze sagen afkomstig, o.a. die van koning Arthur. Reeds in de M. E. zijn die sagen door Golfrid van Monmouth verzameld in een Latijnsche kroniek.
“Slootmans.
”