Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Boudewijn

betekenis & definitie

naam van verschillende koningen van Jerusalem.

1° Boudewijn I, * 1058, aan de regeering 1100—1118, broer en opvolger van Godfried van Bouillon, die nooit den koningstitel wilde dragen. De nieuwe koning behaalde bij Askalon een schitterende overwinning op een Egyptisch leger (1101) en breidde zijn rijk uit door de verovering der meeste Syrische kustplaatsen.
2° Boudewijn II, neef van Boudewijn I, graaf van Edessa, regeerde 1118—1131, veroverde in 1124 Tyrus. Onder zijn bewind bereikte het koninkrijk Jerusalem zijn grootste uitbreiding.
3° Boudewijn III, zoon van zijn voorganger koning Fulco van Anjou. * 1129, koning 1143—1162. Zijn aanval op Damaskus mislukte, terwijl zijn strijd met zijn moeder Melisenda het rijk slechts verzwakte. Bovendien stond hij tegenover een machtigen tegenstander, Zenggi’s opvolger Noer ad Din. Het graafschap Edessa ging geheel verloren, de Egyptische grensvesting Askalon werd veroverd, Paneas werd dapper verdedigd, maar Damaskus viel in de macht der vijanden. B. overleed kinderloos.
4° Boudewijn IV, zoon van Amalrik. * 1161, † 1185. Op 12-jarigen leeftijd kwam hij aan de regeering, maar al kon men van zijn talenten veel verwachten, een ongeneeslijke melaatschheid doemde zijn regeering tot onvruchtbaarheid.
5° Boudewijn V, zoon van Sibylla, tweede echtgenoote van Guy de Lusignan. Hij regeerde slechts één jaar en werd in 1186 opgevolgd door zijn stiefvader Guy de Lusignan, die op 3 Dec. 1187 het veroverde Jerusalem aan Saladijn (Salah ad Din) moest afstaan.

Wachters.

< >