Mnl. dichter, te Gent, stadsspreker (?) van de mooie allegorie Die Maghet van Ghend, bij gelegenheid van de kerkelijke, eerder dan politieke, veete tusschen de stad en graaf Lodewijk van Male; nog van het pessimistische hekeldicht Dits Tijtverlies, in den vorm van een droom, en van wenschgedichten. Uitg.: Ph. Blommaert, in Oud-VI. Gedichten (1841). — Lit.: L.
Willems, in Versl. en Med. k. Vl. Acad. (1923).V.Mierlo.