Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Bosman

betekenis & definitie

Bosman - 1° Andries, Vlaamsch bloemenschilder; * 18 Juli 1621 te Antwerpen, † 1681 te Rome. Waarschijnlijk was hij leerling van Daniël Seghers.

Was een tijd lang als kanunnik verbonden aan de Sint Jacob van Antwerpen en ging in 1664 naar Rome.

2° Antonius, priester, † 1655, waarschijnlijk in 1645 benoemd tot vicaris-generaal van het bisdom Roermond, welk ambt hij bekleedde tot 1651, toen Andreas Creusen bisschop werd. Bosman was licentiaat in de rechten en kanunnik van het kathedraal kapittel.

Lit.: Jos. Habets, Gesch. van het tegenwoordig bisdom Roermond (II 1890, 483-487).

< >