Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Bojolali

betekenis & definitie

Bojolali - 1° regentschap, afdeeling Klaten, gouvernement Soerakarta, soenanaat Soerakarta, omvat de districten Ampel, Bojolali, Banjoedono, Temon, Karanggede en Djoewangi. Ligt ten Noorden en Westen van de stad Soerakarta, grenzend aan het gouvernement Jogjakarta en de afdeelingen Kedoe en Semarang.

In het Westen is B. een bergland met den Merapi (2 866 m) en den Merbaboe (3108 m) op de grens. In deze omgeving heeft de soesoehoenan zijn bekend landhuis Ampel. Een kleine enclave (drie dessa’s) van het gouvernementsgebied ligt dicht bij de grens van de afdeeling Semarang. Het Noorden en Oosten is vlak. De groote asweg van Semarang naar Soerakarta snijdt dit regentschap.

Behalve rijst, maïs en cassave plant de bevolking tabak. Diverse ondernemingen voor de teelt van koffie, suiker en tabak komen voor. Eind 1930: 667 Europeanen, 376 545 Inlanders, 941 Chineezen en 11 andere Vreemde Oosterlingen. Opp. 1 087,60 km2; bevolkingsdichtheid 347,6 per km2. De bevolking spreekt Javaansch.

2° Hoofdplaats van regentschap en district Bojolali, stil binnenlandsch plaatsje, goed klimaat. Ligt aan den grooten weg van Semarang naar Soerakarta en is door tram met Soerakarta verbonden. Inwonertal 1930: 10 276 zielen, waaronder 195 Europeanen, 568 Chineezen, en 6 andere Vreemde Oosterlingen. Wordt bezocht door een der pastoors van Soerakarta. Brokx

< >