Bohemund I van tarente - Vorst van Antiochië, een dapper, vaak vermetel krijgsman en kruisvaarder, doch sluw en eerzuchtig. * 1065, ✝ 1111. B. was een zoon van Robert Guiscard, nam in 1096 deel aan den eersten kruistocht.
Met zijn neef Tancred stak hij de Adriatische Zee over naar den Bosporus; keizer Alexius zag hen met schrik opdagen. Doch B. legde zonder bezwaar den vereischten leeneed af. Na den heftigen strijd bij Doryleum (waar B. zich onderscheidde), werd het beleg voor Antiochië geslagen. Weldra ontwaakte bij B. een heftige begeerte naar het bezit der stad Antiochië voor zich. 9 Febr. 1098 deed hij in een slag bij het Meer van Antiochië de Christenen de overwinning behalen over het eerste groote ontzettingsleger. Doch nu naderde sultan Kerboga om Antiochië te ontzetten.
Door verraad wist B. 3 Juni 1098 de stad in handen te krijgen, waar hij met ijzeren hand de tucht handhaafde. Het terugvinden van een lans, die men voor de H. Lans hield, veroorzaakte zulk een enthousiasme onder de kruisvaarders, dat zij, hoewel uitgeput, onder leiding van B. en Tancred een uitval deden en Kerboga op de vlucht dreven. Ondanks tegenstand van Raimond van Toulouse bleef B. in het onbetwist bezit der stad. In 1101 liet hij den oorlog in Syrië over aan zijn neef Tancred, snelde naar Italië, rustte daar een leger uit en landde in Epirus (1104). Hier werd hij door Alexius in het nauw gedreven, zoodat hij bij den Vrede van Devol voor Antiochië leeneed moest doen (1108).
Bron: Gesta Francorum (ed. 1890 van Hagenmeier).
Lit.: L. Bréhier, L’Eglise et l’Orient au moyen Age; Les croisades (51921). Slootmans