Boë - Frans de le, ook S y l v i u s genoemd, geneeskundige, * 1614 te Kamerijk uit Prot. familie, ♱ 1672 te Leiden. Studeerde op Ned. en Duitsche universiteiten; van 1641 tot 1658 zeer gezien arts te Amsterdam; later tot aan zijn dood in 1672 professor te Leiden.
Beroemd geworden als hoofd der chemiatrische school, die de ziekten terugvoerde op een klein aantal chemische veranderingen, zgn. scherpten of acrimoniae. Zijn theorie ging geheel te gronde. Maar ook als clinicus en anatoom had hij groote verdiensten. Was algemeen geëerd om zijn aangenamen omgang, mannelijke schoonheid en geleerdheid. Hij herkende het eerst de tuberkels in de longen als het wezen der tuberculose. Schlichting.