Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Bloys

betekenis & definitie

Bloys - jonker Willem van, heer van Treslong, Oudenhoven, Petergsem, Greysoort, Benthuizen, Cabauw, Ned. veldheer, aanhanger van de Engelsche oriënteering der Hollandsche politiek.

1529 in Den Briel, ♱ 1594 op Huis Swieten bij Leiden. In den dienst van Karei V, onderscheidde hij zich als veldheer te Grevelingen en St. Quentin. Lid van het Eedverbond, nam hij deel aan de opstandige beweging, en vluchtte bij nadering van Alva naar Amsterdam en Emden. Aan de zijde van de rebellen in de veldslagen van Jemmingen en Heiligerlee wist hij als aanvoerder van de Watergeuzen op 1 April 1572 Den Briel in te nemen.

Werd aangesteld als kapitein van Den Briel en van het eiland Voome, en volgde Lodewijk Boisot op als admiraal van Zeeland. In den strijd van de Staten Generaal tegen Philips II bleef hij aan de zijde van de rebellen: van ontrouw verdacht werd hij einde 1585 te Middelburg aangehouden, in verband met het niet geslaagde ontzet van Antwerpen. Na gebleken onschuld in 1591 vrijgelaten, door Maurits van Nassau tot luitenant-houtvester (1592), daarna tot luitenantgrootvalkmeester van Holland (1593) aangesteld. V. Roobroeck.

< >