Bloy - L é o n, Fransch neo-Katholiek en nationalistisch essayist en romanschrijver van betwiste orthodoxie en des te dieperen invloed op de geslachten van na den oorlog in Katholiek West-Europa. 11 Juli 1847 te Périgueux, ♱ 3 Nov. 1917 te Bourg-la-Reine. Heftig bestraffend profeet tegen alle vormen van atheïsme, salon-Christendom en verval-modemiteit, heeft B., gedurende geheel zijn moeilijk en niet altijd voorbeeldig leven, aangeblaft door velerlei uitgelokte en onverdiende vijandschap, zijn schitterende maar dikwijls ook onstichtelijke anathema’s tegen ongeloof, republicanisme, Jodendom en Prussianismc met onverzettelijken en Oud-Testamentischen wraaklust uitgestooten in overmatigen, opgezweepten, maar kleurrijken en medesleependen stijl.
De nieuwe Katholieke roman in Frankrijk erkent hem als een zijner meesters; en ook in Nederland en België vond hij al te onverdeelde bewondering (P. van der Meer de Walcheren, L. Levaux, K. van den Oever e.a.).
Werken: Propos d’ un entrepreneur de démolitions (1884); Le désespéré (1886); Un brelan d’ excommuniés (1888); La femme pauvre (1897); Le mendiant ingrat (1898); Je m’ accuse (1900); Les dernières colonnes de l’ Eglise (1903); Dix-sept mois en Danemark (1904) Quatre ans de captivité à Cochons-sur-Marne (1905) L’ invendable (1909); Le vieux de la montagne (1911), Le pèlerin de l’ absolu (1914); Au seuil de l’ Apocalypse (1916); La porte des humbles (1920); Le pal e. a. inedita (1925). — L i t.: E. Richter, in Germanisch-Romanische Monatsschrift (Heidelberg 1922); A. Retté, L. B. (Parijs 1923); R. Martineau, L. B. (Parijs 1924); P. Termier, L. B. (Parijs 1930). Baur.