Blois (bisdom) - hoofdstad van het departement Loir-etCher (bisdom), eertijds hoofdstad van een machtig graafschap, is een op den rechteroever der Loire gelegen stad met ca. 30 000 inw., thans vooral vermaard door haar kasteel, een der belangrijkste werken der Fransche bouwkunst, in het centrum der stad nabij den Loire-oever gelegen, en bestaande uit vier, een ruime binnenplaats omsluitende, vleugels, waarvan de Oostelijke is gebouwd onder Lodewijk XII, in 1498— 1604, de Zuidelijke met de kapel een kwart eeuw vroeger, de Noordvleugel onder Frans I, in 1516—’24, en de Westelijke onder Gaston van Orleans, in 1636, door Franco is Hansard. De Noordvleugel vooral bekend als een der meest karakteristieke voorbeelden van de naar Frans I genoemde vroege Fransche Renaissance; beroemd is het aan de binnenplaats uitgebouwde, opengewerkte trappenhuis (niet gebouwd door den zgn. bouwmeester Charles Viart, die nooit heeft bestaan!).
Voorts zijn te B. van belang: de kathedraal (H. Lodewijk) in flamboyanten stijl (16e eeuw), en de kerk van St. Nicolas-St. Laumer, een vroeg-Gotisch werk (1138—1210), behoorend tot een abdij der Benedictijnen, wier voormalige kloostergebouwen thans tot hospitaal zijn ingericht.
Lit.: J. Bernier, Histoire de Blois (Parijs 1682); F. Bournon, Blois, Chambord et les châteaux du Blésois (Parijs 1908); F. et P. Lemeur, Le château de Blois (Parijs 1914—’21); François Gobelin, Les chateaux de la Renaissance (Parijs 1927, 55-62). F. Vermeulen.