Bloedlijnen - In de veeteelt tracht men door selectie te komen tot fokdieren, die zooveel mogelijk fokzuiver of homozygoot zijn voor een zoo groot mogelijk aantal eigenschappen, die een bepaald ras, slag of type kenmerken. Het onvermijdelijk gevolg van deze selectie is familieteelt.
Wij zien dan ook in de practijk der veeteelt, dat voor de fokkerij steeds dieren gebruikt worden, die afstammen van enkele bepaalde ouders, meestal stamvaders. Er ontstaan dan bepaalde stammen of families, die bloedlijnen worden genoemd. Het fokken in zgn. bloedlijnen kan een belangrijk hulpmiddel zijn ter verbetering van den veestapel; te veel waarde moet men er echter niet aan hechten, omdat men vaak alleen te veel let op de mannelijke lijnen en vergeet, dat ieder dier het resultaat is van paring van een mannelijk en een vrouwelijk dier. Bovendien is het gevolg van deze handelwijze: familieteelt, en niet zonder gevaar voor de fokkerij en moet →bloedverversching worden toegepast, waardoor weer minder gewenschte eigenschappen in een bepaalde fokkerij kunnen worden ingevoerd. Een voorbeeld van een bloedlijn geeft bijgaande afstamming van een bekenden Noord-Hollandschen zwartbonten stier Frans 54, waaruit duidelijk blijkt, dat bloedlijnen-fokkerij gepaard gaat met inteelt. (De verschillende gelijke teekens wijzen telkens hetzelfde exemplaar aan .)