Bioscoopgevaar - Benevens het nadeel in hygiënisch opzicht, als zenuwachtige prikkelbaarheid vooral bij kinderen, door vele statistieken bewezen, en het psychisch nadeel uit de opgewondenheid der verbeelding, die als het ware in een andere wereld woont, en uit de immer groeiende en driftige zucht naar dergelijke vertooningen, is hier aan te merken het zede1ijk gevaar, eerstens door contaminatie van valsche gedachten, die in vele films aanlokkend tot uiting komen, en den navolgingsdrang van de voorgestelde wandaden; ten tweede het gevaar van vrijwillig genoegen te scheppen in de vertoonde onkuische of althans zinnelijke beelden en daden, met de waarschijnlijkheid van ook daarna toe te stemmen in onzuivere gedachten en begeerten en andere onkuischheid. Een bioscoop bezoeken is doodzonde, als men er naar toe gaat met de bedoeling van onzuiver genot te smaken, of ook, volgens het grondstelsel dat men zich niet roekeloos aan de naaste gelegenheid van doodzonde mag blootstellen, als een bepaalde vertooning inderdaad een dergelijke gelegenheid is, waarbij rekening gehouden moet worden zoowel met de persoonlijke zwakheid van den betrokkene als met den objectieven inhoud van de film.
Juiste en Katholieke voorlichting en documentatie bewijzen grooten dienst in dit opzicht. Ook het gezelschap, waarmede men in donkere zalen in aanraking komt, kan verleidend werken. Eindelijk spruit sociaal nadeel uit veelvuldig bioscoopbezoek, omdat het door de uithuizigheid den familiegeest ondermijnt, en ook de bloedverwanten, ouders en kinderen, van elkander vervreemdt; ook omdat het tot geldverspilling aanspoort, wellicht zelfs tot oneerlijkheid om zich geld tot bioscoopbezoek te verschaffen.