Bilzenkruid - Hyoscyamus niger, ook dolkruid of malwillempjeskruid genoemd, behoort tot de nachtschaden (Solanaceae). Deze plant is zeer vergiftig en de uitwerking is gelijk aan die van de Atropa belladonna.
De bladeren, bekend als Folia Hyoscyami(> Hyoscyamus bladen) zijn geneeskrachtig, terwijl uit de bladeren en de zaadjes hyoscyaminc en het voor operatiën belangrijke scopolamine wordt gewonnen. In geringe hoeveelheid werken zaadjes en bladeren pijnstillend. Het extract uit versche bladeren is een middel tegen kramp en hoest, en de onttrokken olie dient voor inwrijving tegen rheumatiek. Vroeger bereidde men van deze planten heksenzalf (zie onder). De Arabieren bereiden uit de geroosterde zaden van II. albus en II. muticus een bedwelmenden drank. Bouman.
Het bilzenkruid, den Keltischen god Biel of Pilwis toegewijd, werd door de heksen gebruikt vóór haar rit naar den Blocksberg. De Hoogduitsche namen Zigeunerkraut en Prophetenkraut wijzen erop, dat de Zigeuners het bezigden om de toekomst te vóórspellen. Het diabolische kruid met de groote bloemen, die als de slangenhuid met donkerroode streepvlekken getint zijn, zou ontstaan zijn uit het giftspeeksel der Paradijsslang, volgens een Brandenburgsche legende; vandaar de naam Teufelsaugen. In het West-Vlaamsch heet de plant Doodblomm e, omdat ze, voor wie ze vindt, een voorteeken is, dat er spoedig iemand uit de familie sterft, zooals de bijgeloovigheid beweert. Reeds de Galliërs zouden met het sap hun pijlen en werpspiesen hebben bestreken om zekerder het wild te dooden.
L i t.: Is. Teirlinck, Flora Diabolica. De plant in de demonologie (blz. 37, 38, 71, 191, 194). Knippenberg.