Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Bijnieren

betekenis & definitie

Bijnieren - (Glandulae adrenales) zijn parige klierachtige organen, die op de nieren liggen; behalve hun ligging hebben ze in uitgegroeiden toestand geen betrekking tot deze organen. Zij komen zoowel bij de hoogere als de lagere gewervelde dieren voor.

Bij den mensch en de zoogdieren kan men een buitenste schorsgedeelte en een centraal merggedeelte onderscheiden. De schorssubstantie bestaat uit min of meer vaste balken en strengen en is ontstaan door woekeringen van het epitheel van het peritoneum (buikvlies); de mergsubstantie bezit een klierachtigen bouw en is samengesteld uit een aantal gesloten buisjes, die hun secreet aan het bloed afstaan. Afkomstig van de grensstrengen van de sympathicus-zenuw, bevat de mergsubstantie vele gangliëncellen. Eigenaardig is, dat het bloedvatensysteem binnen deze organen niet gesloten is. Het van de bijnieren stammende ➝ adrenaline is van groote beteekenis bij de stofwisseling. Wegnemen van deze organen heeft onvermijdelijk den dood ten gevolge.

Willems.

< >