Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Bihar

betekenis & definitie

Bihar - 1° landschap in Voor-Indië (20° N., 85° O.), met Orissa een provincie vormend, ruim drie maal Ned., bijna even dicht bevolkt als Nederland. Meest Hindoesche bevolking.

Overgangsgebied van de Gangesvlakte naar het Plateau van Dekan. Door den vruchtbaren bodem en het tropische klimaat overvloedige oogsten van rijst, suiker, maïs en indigo. Steenkolenmijnen en mica-exploitatie. In Jamsjedpoer de groote Tata-constructiewerkplaatsen onder Hindoesche leiding.

2° Hoofdstad van gelijknamig landschap, 40000 inw., pelgrimsoord der Hindoes.
G. de Vries.

De Bihari-taal, door ruim 35 millioen menschen gesproken, behoort tot de centrale groep van het Nieuw-Indisch. Vooral godsdienstige literatuur (in het Maithili dialect), bijv. in de allegorische gedichten van Bidjâpati Thakoer (ca. 1400).

Lit.: Grierson, Modern Vernacular Literature of Hindustan (Calcutta 1889).

< >