Biederlack - Joseph, Jezuïet, moraaltheoloog en socioloog. * 27 Maart 1845 te Greven bij Münster, ✝ 25 November 1930 te Innsbruck. B. werd in 1895 hoogleeraar in het Kerkelijk Recht en de moraaltheologie te Innsbruck, in 1897 aan de Gregoriana te Rome en was sinds 1911 weer hoogleeraar te Innsbruck.
In zijn voornaamste werk: Einleitung in die soziale Frage, dat zeer vele uitgaven beleefde, zette hij de verhouding der Openbaring en de sociale economie uiteen, uitgaande van de stelling: tot de Christelijke Openbaring behooren vele waarheden, waaruit gewichtige logische gevolgen te trekken zijn voor de ordening der maatschappij en de economische verhoudingen. Ten opzichte van het arbeidsloon leert B., dat eerst een relatief vaste benedengrens voor de gewone arbeidsprestatie moet aangenomen worden, nl. het absolute gezinsloon, en dat het rechtvaardig loon daarboven moet uitgaan naar de verschillende waarden der objectieve arbeidsprestatie, nl. het nut, dat de arbeid brengt aan hem, in wiens dienst deze wordt verricht. In zijn „Theologische Fragen” bespreekt B. de verhouding van het kerkelijk gezag tot de vakorganisaties en het inter-confessionalisme van deze laatste, en behandelt hij de werkstaking van moraaltheologisch standpunt.
Werken: Die soziale Frage (1907); Theol. Fragen über die gewerkschaftliche Bewegung (1910).
M. Verhoeven.