een zwarte, dikke vloeistof, wordt verkregen door droge destillatie van beukenhout en wordt als bederfwerend middel toegepast voor het impregneeren van hout, touw, enz. Komt hoofdzakelijk uit Tsjecho-Slowakije en Roemenië.
Bij destillatie van b. ontstaat, behalve water met azijnzuur en ruwe houtgeest, de beukenteerolie, terwijl een weeke pek achterblijft (40%—60%). De beukenteerolie is lichtgeel, maar kleurt aan de lucht snel roodbruin. De lichte b.-olie, s.g. 0,96—0,98, destilleert tot 320°C, de zware, s.g. 1,04—1,05, tusschen 120o en 270°C. Hoogeveen.