Lord, wiskundige en wijsgeer. * 18 Mei 1872 te Chepstow (Monmouthshire). Eerst hoogleeraar te Londen, daarna tot 1921 te Peking.
Hij schreef over de grondslagen der wiskunde en was een der eersten om de logische tegenstrijdigheden aan te duiden, welke uit de verzamelingsleer van Cantor konden voortkomen. Een der bekendste → antinomieën werd naar hem benaamd, nl. die welke voortkomt uit het begrip „verzameling, die zich zelf als element bevat”.
In samenwerking met A. N.
Whitehead gaf hij uit Principia mathematica, dat de grondslag voor de moderne → logistiek geworden is, met name voor de relatie-logica. Sinds 1931 is hij in den grafelijken adelstand verheven.Werken: Essay on foundations of Geometry (1897); Principles of mathematics (1903); Principia mathematica (1910). Drost.