Reeds omstreeks 1870 zijn de spoorwegmaatschappijen in de verschillende landen met berg- en heuvelland, als gevolg van het toenemend toerisme, ondanks groote kosten, tot den aanleg van bergspoorwegen overgegaan.
Wat betreft het bedrijf zijn drie soorten te onderscheiden: lijnen, voor algemeen vervoer, met hellingen tot 40°/oo, welke met de normale, hoewel zware locomotieven bediend worden; lijnen met hellingen boven. 70°/oo. de zuivere bergspoorwegen, met over de geheele lengte van den weg een tandhengel tusschen de sporen voor tandradlocomotieven. Zie verder > Kabelspoor. Het vervoer is vrijwel alleen personenvervoer in den zomer, bijv. Rigi 250°/Ooi Pilatus 480°/oo, lijnen met hellingen van 40o/oo tot 70°/oo, welke slechts op de steilere weggedeelten van een tandhengel zijn voorzien en waarop behalve personenvervoer ookeenig goederenvervoer plaats vindt.
Het bedrijf wordt uitgeoefend door tandrad- tevens wrijvingslocomotieven ofwel alleen door zware wrijvingslocomotieven, daartoe bijzonder ingericht. Toepassing van deze laatste locomotieven kan het, veel onderhoud vereischende, tandradgedeelte van een lijn doen vervallen, maakt een grootere snelheid mogelijk (max. op het tandradgedeelte 20 km,uur), waardoor een grootere capaciteit en een goedkoopere exploitatie van de lijn verkregen wordt. Dat is o.a. geschied op de lijn Blankenburg—Hüttenrode.
Beremming.
Een voornaam onderdeel voor de veiligheid vormt de beremming der treinen. Indien geen doorgaande luchtdrukrem aanwezig is, worden de treinen vervoerd met de locomotief steeds aan de dalzijde. Voor hellingen boven 40°/oo zijn de tandraden wrijvingslocomotieven voorzien van een tegendrukrem. De cilinders werken bij den rit naar beneden als compressoren, waartoe de handel op bergop gesteld wordt, de uitlaat naar den schoorsteen, om het aanzuigen van rookgassen te vermijden, afgesloten en een afzonderlijke klep voor inlaat van versche lucht geopend wordt. Verder zijn bij tand rad-locomotieven twee afzonderlijk te bedienen tandrad-remmen aanwezig, terwijl ook op de meegevoerde wagens een tandradrern aanwezig is. Bij wrijvingslocomotieven is de doorgaande luchtdruk-rem aanwezig. Als regel is met de tegendruk-rem de snelheid, tijdens den rit naar beneden, voldoende te regelen.
Hoewel van oudsher het stoombedrijf de meeste toepassing gevonden heeft, zijn de laatste jaren verschillende lijnen voor elcctrisch bedrijf ingericht, bijv. Visp-Zermatt in 1929.
L i t.: Sturb, Die Zahnradbahnen der Schweiz bis 1900; O. Amman und C. v. Gruenenwaldt, Bergbahnen.
Pot.