Jezuïet, ontdekkingsreiziger in Centraal-Azië. * 1662 te Villa Franca do Campo op S. Miguel (Azoren), ♱ 11 April 1607 in Soetsjou (China).
Na in Indië als soldaat te hebben gediend, trad hij in 1588 als broeder in de Soc. van Jesus en was sinds 1595 werkzaam te Agra. In 1601 werd hij uitgezonden om te onderzoeken, of het door Marco Polo bekend geworden legendarische land Cathay identiek kon zijn met China.
Via Lahore en Kaboel reisde G. over den Hindoe Koesj en het Pamir-hoogland naar Jarkand in het Tarimbekken en vandaar langs den voet van het Tien-sjangebergte over Aksoe, Toerfan en Hami naar Soetsjou aan den Chineeschen muur, waar hij omstreeks Kerstmis 1605 aankwam. Reeds in Karasjar had hij bewijzen gekregen voor de identiteit van Cathay en China.
Een bode door p. Ricci uit Peking gezonden trof hem in Soetsjou stervende aan.
Uit zijn nalatenschap konden in hoofdzaak slechts een aantal bladzijden uit zijn dagboek gered worden. Met deze gegevens en mondelinge berichten van zijn dienaar Isaac heeft p.
Ricci een reisverhaal samengesteld.Lit.: C. Wessels, Early Jesuit Travellers in Central Asia (1924); H. Bernard, Le Fr. Bento de Goes (Tientsin 1934). Wessels.