Otto, Duitsch Germanist, hoogleeraar te Giessen; bevorderde o.m. de studie van de Heliand- en de Veldeke-problemen; is vooral in de taalstudie gespecialiseerd. 3 Mei 1854 te Karlsruhe.
B. stichtte het Literaturblatt für germanische und romanische Philologie (1880 vlg.), een der critische hoofdorganen van dit dubbel studievak en gaf de eerste beschrijvende syntaxis van het Duitsch op historischen grondslag.Werken: Die deutsche Sprache (1886, 81930); Geschichte der deutschen Sprache (1891, 61928); Deutsche Syntax (3 dln. 1923 vlg.); Von deutscher Sprache (verz. opstellen 1927).
L i t.: in den B.-feestbundel, uitg. W. Horn, Heidelberg 1924.
Baur.