wordt vervaardigd door bewerking van beenderen met stoom. Men ontdoet de gesorteerde beenderen van vet en stof, maakt ze in een wals fijn tot de grootte van een hazelnoot, wascht ze met koud water en laat ze eenige dagen liggen in zwaveldioxydhoudend water, zoodat kleur- en reukgevende bijstoffen verdwijnen.
In een stoomketel wordt de lijmstof onder een druk van l1 /2 atmospheer in lijm veranderd. Na ongeveer een half uur wordt de stof weer onder normalen druk gebracht en met kokend water bedekt; na 2 uur is er 18% lijm door het water opgelost; nu wordt het water af gegoten en de stof nog eenige malen beurtelings door stoom en water bewerkt; de verwerking van de dan ontstane stof tot vaste lijm geschiedt op dezelfde wijze als bij uit leder gemaakte lijm. De b. heeft een melkachtige kleur.