Hongaarsch magnatengeslacht, sedert 1630 in den gravenstand, terwijl de jongere lijn Batthyany-Strattmann in 1764 in den rijksvorstenstand werd verheven. Het bekendst zijn:
1° Karel L o d e w ij k die als veldheer optrad, in den Oostenrijkschen Successie-oorlog (+ 1772). Het geslacht B. speelde een rol in den Hongaarschen opstand 1848—’49 en bestaat thans nog.
v. Gorkom.
2° Kasimir, graaf van B., Hongaarsch liberaalgezind politicus. * 4 Juni 1807, + 13 Juli 1854 te Parijs. Nam deel aan den opstand van 1848 en versloeg tweemaal de Oostenrijksche troepen. Toen Kossuth Hongarije voor onafhankelijk verklaarde, benoemde hij B. tot minister van Buitenlandsche Zaken, doch beiden moesten na de catastrophe bij Villagos (1849) naar Turkije op de vlucht gaan. B. werd te Sjoemla opgesloten, doch kon later naar Frankrijk ontkomen; hij overleed te Parijs aan de cholera.
Lit.: L. Tóth, Gr. B. Kâsmer és emlékivatai in Budapesti Szemle (1893) ; F. Eckhart, Introduction à l’histoire hongroise (Parijs 1928 ; ook in het Itaüaansch, Milaan 1929).
Lousse.
3° L o d e w ij k (L a j o s), graaf van B., Hongaarsch liberaalgezind politicus. * 9 April 1809 te Pressburg (thans Bratislava), + 6 Oct. 1849 te Pest. In 1848 eerste minister zonder portefeuille in het eerste Hong, ministerie, doch weldra door de radicale partij van Kossuth overvleugeld, daar hij aan de unie van zijn land met Oostenrijk bleef vasthouden. In 1849 trachtte hij bemiddelend op te treden tusschen de overwinnende Oostenrijkers en de révolutionnaire regeering van Hongarije. Toen deze naar Debredczin wreek, bleef hij te Pest, werd 8 Jan. 1849 door Windischgrätz gevangengenomen, en weldra terechtgesteld.
Lit.: B., Kasimir; M. Horvâth, Graf Ludwig B., ein politischer Märtyrer (Hamburg 1850) ; E. Friedrich, Gr. B. L. utolsó napjai (De laatste dagen van graaf B. L.), in Szazadok (1927).
Lousse.