Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-02-2024

Basoetoland

betekenis & definitie

(Z. Afr., 28° 35' tot 30° 30' Z., 27° tot 29° 26' O.) (> Basoeto) grenst in het N. en W. aan den Oranje-Vrijstaat en de Caledonrivier; in het O. aan Natal. de hellingen van het Quathlamba en de Drakens Bergen; in het Z. aan de Kaapprovincie; opp. ca. 11 000 vierk. mijlen of 30 000 km2; zoo groot als België; wordt Z.

Afrikaansch Zwitserland genoemd; is een bergplateau met vruchtbare valleien, opgebouwd uit horizontale lagen van de Storm bergreeks in het Karoosysteem; hoogste punt is de N.W. hoeksteen: de Montaux Sou rees (11000 voet), oorsprong van de Oranje-, Caledon-, Toegela- en Wilgerivieren; het bestaat uit vulkanische zandsteenlagen en heeft een gezond klimaat: koud in den winter met zwaren regenval in den zomer, iets meer dan 80 regendagen per jaar, regenval ± 30 duim: is rijk aan delfstoffen, die nog onontgonnen zijn. Hoofdplaats Maséroe met 2 500 zielen, waarvan 400 blanken. Hout is er zeer schaarsch, daar de inboorlingen de vegetatie verwaarloozen; gedroogde koemest is brandstof; overvloedig gras en wilde bloemen, ook heidekruid. Te veel vee veroorzaakt uitputting van den weidegrond; erosie of grondverspoeling ontstaat door ontblooting van beschermenden plantengroei, regens spoelen diepe slooten (dongas) uit, zelfs 30 voet diep. Wild wordt schaarsch, men vindt nog elanden, hartebeesten, antilopen (bokken) en hazen. Patrijzen en kwakkels kunnen onder jachtakte geschoten worden; veel ooievaars en zwaluwen uit Eur. brengen hier den winter door.

Van N. naar Z. is er een hoofdweg aangelegd met bruggen; deze verbindt alle gouvernementsposten en van hier loopen verbindingswegen naar dorpen of stations in den Oranje-Vrijstaat, ook rijwegen. In het vulkanisch bergachtig gedeelte voorzien pakpaarden of dragers in het vervoer. In B.-land ligt één mijl spoorweg: de verbinding van Maséroe met het Oranje-Vrijstaat-spoorwegnet.De regeeringsvorm berust op het grondbeginsel van natuiellen-zelfbestuur onder opperleiding van den blanke en is toepassing van het segregatie- of afzonderingsbeleid. De grond is gemeenschappelijk bezit; de inlandsche hoofdman (morena) wijst elk lid van den stam een deel bouwgrond toe en een weideveld in de bergen. De stammen staan met elkander in federatief verband. Hun hoofden zijn belast met de bewaring van orde en rust en vormen een raad (pitso) onder voorzitterschap van den Britschen residentcommissaris. Deze wordt bijgestaan door zeven assistent-commissarissen. Orde wordt gehandhaafd door bereden politie, bestaande uit vier inspecteurs. 10 onder-insp., 2 hoofdkonstabels, 4 konst. en 280 manschappen; er zijn 7 gevangenissen.

Te Maséroe woont een medisch hoofdbeambte, in elk district een medisch beambte; er zijn 5 hospitalen met blanken- en inboorlingen-verpleging. De hutbelasting bedraagt een pond sterling per jaar. De handel wordt gedreven door 200 handelaars in dekens, kleeding, gereedschap en kruidenierswaren en is dikwijls ruilhandel voor landbouwprodcuten. De export verloopt: 13 millioen pond wol, 2½ millioen mohair, 130 000 zak koren, totaalwaarde driekwart millioen p. st.; meest naar den Oranje-Vrijstaat, ook wel met lastdieren naar Natal en O. Griqualand.

L i t.: G. M. Call Theal, Basutoland Records (Kaapstad 1883); Jaarboeken van de Unie van Z.Afr. (Gouv. publ. Pretoria); Annual Reports on Basutoland (Colonial Office, Londen).

Besselaar.

< >