Bardenhewer - Otto, patroloog en exegeet. * 1851 te München-Gladbach. Dr. phil. en theol., Geheimrat, Protonotarius Apostolicus.
Jarenlang prof. der exegese van het Nieuwe Testament aan de universiteit te München. Zijn roem is blijvend gevestigd door zijn schitterend standaardwerk: Geschichte der altkirchlichen Literatur, waarnaar ook in deze encyclopaedie voortdurend wordt verwezen. Gelukkig heeft de ziekelijke grijsaard zijn levenswerk kunnen voltooien. Dl. I 1902, 1913; II 1903, 1914; III 1912, 1923; IV 1924; V 1932. Na voortreffelijk oriënteerende overzichten worden hier volledig, deskundig en met zorgvuldige bibliographie behandeld de Christelijke schrijvers der eerste 7 eeuwen, Latijnsche, Grieksche, Syrische, Armeensche. Het is het Nachschlagewerk der Patrologie.
Overige werken: Hippolytus’ von Rom Kommentar zum Buche Daniel (1877); Polychronius (1879); Die pseudo-aristotelische Schrift über das reine Gute (1882); Patrologie (1894, 1910; vert. in Fransch, Ital., Spaansch en Engelsch); Der Name Mariä, geschichtl. Deutung (.1895); Vom Münchener Gelehrtenkongress, bibl. Vorträge (1901); Hieronymus, Rektoratsrede (1905); Mariä Verkündigung (1905); Der Römerbrief (1926). B. is verder uitgever der Biblische Studien (1895-1916) en mede-uitgever der Bibliothek der Kirchenväter (1911-1932).
Franses.