Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 01-04-2019

Barbour

betekenis & definitie

Barbour - 1° James, Amerikaansch staatsman. * 10 Juni 1775 in Orange County (Virginia), † 7 Juni 1842 in Virginia. Gewoonlijk „Governor Barbour” geheeten, om hem van zijn broeder te onderscheiden.

Gouverneur van Virginia (1812), senator (1815-’25) en voorzitter van den Senaat, minister van Oorlog (1825), gezant te Londen (1828). Onverzoenlijk vijand der democratische partij, waarvoor hij in 1829 door president Jackson ontslagen werd.

Lit.: Dictionary of American biography (I, uitg. A. Johnson, Londen-New York 1928).

2° Philipp Pendleton, Amerikaansch rechtsgeleerde en politicus. * 25 Mei 1783, † 25 Febr. 1841. Broeder van James, gewoonlijk „Judge Barbour” geheeten. In 1814 lid en vervolgens president van het Congres, voorzitter van de grondwetsconventie (1829); voorzitter van de vrijhandelsconventie te Philadelphia (1831); lid van het Hooggerechtshof der Unie (1836).

Lit.: zie Barbour, James.

Lousse.

< >