Ballastbed - ligt op de aarden baan van den spoorweg, bestaat uit een laag of bed van ballastmateriaal en heeft ten doel den door de spoorwegvoertuigen op de spoorstaven en dwarsliggers uitgeoefenden druk over een grooter oppervlak van het baanlichaam te verdeden en den eigenlijken bovenbouw droog te houden. Het ballastmateriaal bestaat uit grind of steenslag, voor onbelangrijke spoorwegen ook wel uit grof zand, al of niet afgedekt met een laagje grind tegen verstuiving; het moet zuiver zijn, vrij van leem of andere bijmengsels, waardoor liet minder waterdoorlaatbaar zou worden.
Dikte: het ballastbed wordt in het midden van de aarden baan minstens tot 20 cm onder den onderkant van den dwarsligger aangebracht, zooals bij de Nederlandsche spoorwegen geschiedt; aangezien de aarden baan naar de kanten afhelt onder een helling van 1: 20, is dat bed daar dikker. Het reikt tot 1,75 m buiten de as of het hart van het spoor met een talud van 1 op 11/2 voor steenslag en van 1 op 2 voor grind.
Door onderstoppen met behulp van stophamers wordt gezorgd, dat het ballastbed steeds vast onder de dwarsliggers ligt en het spoor op de vereischte hoogte gehandhaafd blijft. Bij een nieuw gelegd spoor vereischt dit in den beginne veel zorg; vóórdat een spoor in bedrijf genomen wordt, moet het ballastbed met behulp van een zware locomotief flink ingereden worden. E. van Berckel.