Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 01-04-2019

Augier

betekenis & definitie

Augier - Emile, Fransch tooneelschrijver. * 17 Jan. 1820 te Valence, ✝ 25 Oct. 1889 te Croissy; met A. Dumas fils typisch vertegenwoordiger van de realistische richting (1850—1880), na den korten bloei van het romantische tooneel. A. is, een kort oponthoud in de school van Ponsard niet medegerekend, de pleitbezorger op het tooneel van de zedelijke opvatting der liberale burgerij.

Elk van zijn stukken — na 1850 meestal in proza — werkt met een soort staand personage, den raisonneur, die den schrijver tot spreekbuis dient in zijn verdediging van la morale du bon sens (de zedeleer van het gezond verstand). Een eenigszins vlakke, ideaallooze zedelijkheid is dat: wantrouwig tegenover iedere warme gevoelsopwelling in godsdienst, kunst en leven. De tendentie van de meeste stukken is de verdediging van het normale gezin tegen echtbreuk en onberaden huwelijk (Gabrielle, 1849); Le mariage d’Olympe (1855); Ceinture dorée (1856); Les lionnes pauvres (1858); Un beau mariage (1859); maar zijn stuk Madame Caverlet (1876) is toch een pleidooi voor de echtscheiding. Zijn best gebouwde en thans nog genietbare blijspel, Le gendre de Monsieur Poirier (1854), bespot fijntjes de adelzucht der parvenu’s en de geldzucht van den vervallen adel. De onzuivere practijken van den geldhandel, een der hoofdonderwerpen van het realistisch tooneel dier jaren, worden aangeklaagd in Les effrontés (1861) en La contagion (1866). Heftig anticlericaal toont zich A. in Le fils de Giboyer (1862), een doorzichtigen aanval tegen L. Veuillot; en in Lions et Renards (1869), dat tegen de Jezuïeten ijvert.

Een tooneel, waar zooveel moet bepleit en aangevallen worden, vervalt dikwijls in preektoon, soms ook in pathos: A.’s stukken vertoonen dan ook, bij vasten bouw en stevige scenische hoedanigheden, nog veel romantisch effectbejag.

Uitg. : Théâtre complet (7 dln. Parijs, Lévy 1889). — Lit.: P. Morillot, E. A. (Grenoble 1901); H. Gaillard de Champris, E. A. et la comédie sociale (Parijs 1910).

Baur.

< >