Aucassin en nicolete - prozaroman met assoneerende strophen onderbroken, chante-fable, van (als in Floris en Blancefloer) de ideale liefde van Aucassin van Beaucaire voor de Saraceensche gevangene Nicolete, die blijkt de dochter van den koning van Carthago te zijn; van (als in Apollonius van Tyrus) hun vlucht, hun scheiding door zeeroovers, hun avonturen; tot de als speelman verkleede N. A. terugvindt. In het Henegouwsch Picardisch, wellicht niet vóór 1220, door een merkwaardig begaafden kunstenaar, die door frisch en gezond realisme, zakelijke voorstelling en ongekunstelden humor de hoogste werking bereikt.
Het thema inspireerde ook nog moderne dichters.
Uitg.: W. Suchier (Paderborn 91921). V. Mierlo.