Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 01-04-2019

Atterbury

betekenis & definitie

Atterbury - F r a n c i s, Anglicaansch theoloog, leider van de hoog-kerkelijke richting. * 1662, ♱ 1732 te Parijs. Verdedigde het Prot. karakter der Engelsche kerk in een Discourse on the Spirit of Martin Luther (1687), en verdedigde die kerk tevens tegen het overheerschen der wereldlijke macht (Erastianisme) in verschillende brochures (A Letter to a Convocation man, 1697 enz.). Onder de Tory-regeering maakte hij daarom verschillende promoties: kanunnik van Exeter, deken van Carlisle, van Christ Church, bisschop van Rochester en deken van Westminster.

Maar in 1714 kwamen de Whigs aan het bewind, en A. begon onderhandelingen met de verdreven Stuarts. Gevangen genomen 1722, verbannen 1723. Gevierd door de Toryschrijvers Swift en Pope, zelfs om zijn mislukte philologische verhandeling over de Brieven van Phalaris.

Werken: uitg. J. Nichols (5 dln. 1789-98). — L i t.: Monographie van H. C. Beeching (1909). Pompen.

< >