Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 21-03-2019

Assche (gemeente)

betekenis & definitie

Assche (gemeente) - Gem. in Z. Brab., ten N.W. van Brussel; 10 160 inw.; opp. 2 094 ha; landbouw, centrum van hoppe- en fruitteelt (bijzondere seizoenmarkten). Mooie Gotische St. Martinuskerk (15e eeuw), met oude glasramen uit denzelfden tijd en rijke stoffeering. Oude populaire vereering van de miraculeuze kruisen van A. Folkloristische specialiteit: Asschekoekjes in teenen mandjes.

Geschiedenis. Bij A. werden van geheel Brabant de talrijkste Romeinsche oudheden ontdekt; het was de terminus der onvoltooid gebleven Rom. calciata van Bavacum naar het Noorden. In de M. E. waren de baanderheeren van A. erfelijke standaarddragers van Brabant. Vermoedelijke geboorteplaats van den te Parijs gevestigden drukker Judocus Badius Ascensius (1462—1535); van den H. Petrus Ascanus (of van der Slachmolen) O.F.M., martelaar van Gorcum (✝ 1572); en van den Kath. staatsman burggraaf Th. de Lantsheere (1833—1915).

Lit.: D. de Grave, Geschiedenis van Assche (1900); G. Kurth, Geschiedenis van de mirakuleuze kruisen van Assche (1912); Bijzonder Assche-nummer, in Eigen Schoon (XI 1928). Lindemans

< >