Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 21-03-2019

Aschdag

betekenis & definitie

Aschdag - Of Asch-woensdag = Woensdag vóór den 1en Zondag in de vasten; dankt zijn naam aan de zie Aschwijding en -bestrooiing, welke dan plaats heeft. Ook genoemd „feria IV in capite jejunii”, wijl, volgens Romeinsch gebruik (sinds de 7e—9e eeuw), alsdan de Vasten aanvangt.

< >