Duitsch natuurkundige. * 4 April 1871 te Rio de Janeiro. Sinds 1934 directeur van het natuurk. instituut te Berlijn.
In 1899 vond hij den naar hem genoemden stroomverbreker (zie beneden), in 1903 een hardheidsmeter voor R-stralen (Wehneltschaal), in 1904 de Wehnelt-kathode (zie beneden). Werk: Handfertigkeitspraktikum (1920).J. v. Santen
Stroomverbreker van Wehnelt Deze wordt gebruikt in verbinding met een inductieklos van Ruhmkorff ter verbreking van den primairen stroom. Hij bestaat uit een platina stift (+) en een looden plaat (-), welke beide in zwavelzuur zijn geplaatst. Bij stroomdoorgang vormt zich aan de platinapunt een gasbelletje, dat nu deze punt tijdelijk afschermt, zoodat de keten verbroken wordt. Dadelijk na het verbreken van den stroom ontstaat ten gevolge van de zelfinductie van de primaire keten een inductievonkje in de gasbel, waardoor deze vernietigd wordt, waarna het spel opnieuw kan beginnen. Het aantal onderbrekingen hangt van de grootte van de stift af en kan onder gunstige omstandigheden 1000 per seconde bedragen. de Groot.
Wehnelt-kathode Omstreeks 1903 ontdekte Wehnelt, dat oxyden van aardalkaliën (calcium, barium) in gloeienden toestand gemakkelijk electronen afgeven. De eerste Wehnelt-kathodes bestonden uit een platinabandje, dat door een electrischen stroom werd verhit en waarop zich een plekje calcium-oxyde bevond. Tegenwoordig gebruikt men veelal spiralen uit wolfraamdraad eventueel met nikkeldraad omsponnen als drager van het oxyde, bijvoorbeeld in moderne gelijkrichterlampen. Op deze wijze kunnen stroomen van meer dan 100 ampère worden afgegeven. Ook de moderne radiolamp heeft een Wehnelt-kathode in den vorm van een nikkelen buisje, waarop een laagje oxyd is aangebracht.
W. de Groot.