Arseenertsen - In de natuur komen talrijke mineralen voor, die een grooter of kleiner gehalte aan As bezitten. Arseen komt in gedegen toestand voor in den vorm van kleine hexagonale kristallen, die soms tot stralige aggregaten van meer dan vuistgrootte vereenigd zijn (in het Ertsgebergte). Bij stukslaan dezer aggregaten springen er schaalvormige scherven af, waar vandaan de naam schervencobalt stamt. Arseenzwavelverbindingen zijn o.a. realgar en auripigment. Realgar, As2S2, een rood mineraal, komt in monocliene kristallen op ertsgangen voor, vaak samen met gouden zilverertsen (Ertsgebergte, Harz).
Het wordt ook in het Yellowstone-park, als afscheiding uit warme bronnen, gevonden. Auripigment (Lat. aurum = goud, pigmentum = klem-) of operment, As2S3, dat wel als kleurstof (hoewel zeer vergiftig) wordt gebezigd, komt in de natuur in den vorm van knollen voor. Het kristalliseert in het monocliene stelsel. As2O3, arseenbloesem of arseniet, is een aardachtig mineraal, dat bij verweering en oxydatie van andere en sulfidische ertsen ontstaat.
Andere arseenhoudende mineralen zijn nog: Arseenkies of mispikkel (FeAsS), cobaltglans (CoAsS) en spijscobalt (CoAs2). Deze laatste twee mineralen zijn echter vnl. cobaltertsen; zij komen voor op ertsgangen, o.a. in het Ertsgebergte, Scandinavië en Canada. Arseen is voorts een vaak voorkomend element in de mineralen der vaalertsgroep. De chem. samenstelling van arseenvaalerts is 2—4 Cu2S+As2 S3. Hofsteenge