Ark des verbonds - voornaamste heiligdom der Israëlieten, was een langwerpige kist uit acaciahout, 21/2 el lang en 11/2 el breed en hoog, van binnen en buiten met goud overtrokken, bevatte de steenen tafelen der wet. Het deksel, dat op den Verzoendag met offerbloed besprenkeld werd (Verzoendeksel), was van massief goud.
Op de beide uiteinden stonden, als teeken van Gods tegenwoordigheid, twee gouden cherubijnen, met het gelaat naar elkander toe en de vleugelen uitgespreid. Vergulde handboomen, door gouden ringen gestoken, dienden om de a. te dragen. De a. werd in de woestijn op bevel van God vervaardigd; later in Silo geplaatst; kwam onder Heli in de macht der Filistijnen, die ze, door Gods straffen gedwongen, moesten terugbrengen; daarna eenigen tijd te Kariathiarim; door David naar Sion overgebracht en door Salomon in den tempel geplaatst. Na de verwoesting van Jeruzalem door de Babyloniërs wordt van de a. geen melding meer gemaakt.
Lit.: L. Dürr, Ursprung und Bedeutung der Bundeslade, Zeitschrift für Theologie und Seelsorge (Bonn 1924, 17 vlg.); J. B. Holzammer, Handbuch zur Biblischen Geschichte (I Freiburg 1925, 339 vlg.). Keulers. Voorstelling in de kunst. Meestal als kostbaar versierd schrijn, soms op een draagbaar, op het deksel twee naar elkaar toegewende gevleugelde figuren in knielende houding. Als voorafbeelding van Maria (de ware A. d. V.) bij de Opdracht in den tempel en de eenhoornjacht. Als symbool van het Oude Verbond in den wagen van Aminadab. Als voorafbeelding van Christus’ Doopsel (de A. d. V. wordt door de Jordaan gedragen), van Christus’ gevangenneming (A. d. V., door de Filistijnen buit gemaakt), van de instelling der Eucharistie (A. d. V. door David naar Jeruzalem gevoerd), van Maria’s ten-hemel-opneming (idem).
Knipping