Arbeidshoogeschool - in België de scholen voor zie maatschappelijk dienstbetoon, waar men de jongens en meisjes, die in zich den aandrang gevoelen om zich te wijden aan de maatschappelijke actie, opleidt en waar ze het diploma van maatschappelijk assistent bekomen na het volbrengen der noodige proefwerken.
In dit opzicht voldoen die scholen aan een groote behoefte, omdat de tijd der individueele liefdadigheid en der meer officieele philantropie lang voorbij is, en omdat het complex der moderne maatschappelijke nooden en behoeften zoo groot en uitgebreid is geworden, dat men thans op de hoogte van het vak moet zijn om een doelmatige actie te kunnen inzetten en volhouden. Deze scholen mogen niet verward worden met de scholen voor politieke en sociale wetenschappen, die aan sommige onzer universiteiten bestaan.
Deze laatste geven eer een louter theoretische opleiding, terwijl de arbeidshoogeschool een theoretisch en een practisch onderwijs geeft. Men vormt er mannen en vrouwen voor de practijk.
In België bestaan geen staatsarbeidshoogescholen. Het zijn alle vrije instellingen, die zich onderwerpen aan het K.B. van 19 Maart 1923, dat dan ook om zoo te zeggen het wettelijk statuut uitmaakt van de arbeidshoogeschool. Wij hebben in België:
1°de Centrale School voor Maatschappelijk Dienstbetoon te Brussel (deze heeft een onzijdige strekking).
2°De Ecole sociale catholique (Fransch als voertaal) te Brussel.
3°De Katholieke Sociale School voor vrouwen (de Vlaamsche afdeeling).
4°Ecole ouvrière Supérieure (Socialistische Fransche afdeeling te Ukkel).
5°Arbeidershoogeschool (de Vlaamsche Socialistische school te Ukkel).
6°School voor maatschappelijk dienstbetoon (tweetalig, van liberale denkwijze te Antwerpen).
7°De Centrale Hoogeschool voor Christen Arbeiders te Heverlee (Leuven).
8°De Ecole Centrale Supérieure pour ouvriers chrétiens (ook te Heverlee).
Deze scholen zijn dus vrije instellingen, maar werken samen met de openbare besturen, hebben elk hun eigen beheer, maar boven hen staat nog een Raad der Scholen voor maatschappelijk dienstbetoon. Deze raad werd ingesteld door het K.B. van 15 October 1920 en is samengesteld uit afgevaardigden van de Ministeries van Rechtswezen, van Nijverheid en Arbeid, van Kunsten en Wetenschappen, van Koloniën en van de verschillende bestaande scholen. Elke beslissing van de regeering met betrekking tot de sociale scholen wordt getroffen op advies van dezen raad. Deze beoefent door zijn leden de inspectie der verschillende scholen. De afgevaardigden van den Raad wonen ook de examens bij. Het diploma van maatschappelijk assistent is ingesteld bij K. B. De studies, die tot dat diploma leiden, hebben een duur van drie schooljaren en worden gedaan in de school met de vakken door het K.B. bepaald.
Het eerste jaar geeft een algemeene vorming. Het bedraagt 300 uren. Tevens moeten er 50 sociale instellingen worden bezocht, en het examen heeft plaats voor de professoren van de school en de afgevaardigden van den raad. Het tweede jaar bevat drie maanden gespecialiseerde leergangen en een stage van 6 maanden. Het examen wordt afgelegd voor een middenjury, samengesteld uit de afgevaardigden van den Raad en de vertegenwoordigers der voornaamste scholen. Het derde jaar wordt gebruikt om stage te doen en de leerlingen maken dan een rapport (gewoonlijk over de stage), hetwelk wordt verdedigd voor de middenjury, waarna dan het diploma wordt overhandigd.
Er zijn verschillende specialiteiten:
1°kinderwelzijn: afgevaardigden van de kinderbescherming;
2°bijstand: bedienden van de Commissies van openbaren Onderstand, secretariaat van particuliere bijstandswerken; sociale onderzoekers; sociale bezoekers;
3°haard: beheer van volkskantienen, spijshuizen, hospitalen enz;
4°nijverheid: arbeidsinspectie, fabrieksopzichter;
5°maatschappelijke verzekeringen; secretariaat van mutualiteiten, verzekering tegen werkloosheid, werkbeurzen;
6°boekerijen.
Een koloniale afdeeling ligt ter studie.
De Katholieke scholen zijn aangesloten bij de Katholieke Internationale Unie, gesticht te Milaan in 1926 en thans te Brussel gevestigd. Er bestaat ook een Neutrale Unie; deze is gevestigd te Berlijn. Deze Unies richten jaarlijksche congressen in. De Katholieke sociale scholen worden goed bezocht. Benevens de officieele leervakken worden nog andere cursussen aldaar gegeven om den leerlingen een diepere Katholieke kennis te geven en een steviger karaktervorming, want in maatschappelijk dienstbetoon is de studie veel maar de kennis van Christus en de vorming van het karakter alles. Gezien de scholen nog van jongen datum zijn, zou het voorbarig zijn nu reeds een beoordeeling te geven. Toch mag gezegd worden, dat hun bestaan gewettigd is door de vele onschatbare diensten, reeds aan het volk bewezen.
Voor Nederland, zie Arbeidersontwikkeling.
Vertessen.