Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Apeldoornsche kanaal

betekenis & definitie

Apeldoornsche kanaal - waterweg langs den O. voet der Veluwe. Beginnend bij Dieren uit den Geld. IJsel, mondt het bij Haltem weer in dezelfde rivier uit. Lengte ruim 54 km.

Bestaat uit een voorhaven, die bij Dieren in open verbinding met den IJsel staat, en zes kanaalpanden. Het eerste pand is door drie aaneenliggende sluizen met die voorhaven verbonden. Daar dit pand een kanaalpeil heeft van 13,21 m boven A.P., en Middelb. Rivierstand hier 6,31 m boven A.P. bedraagt, is voeding van het kanaal uit den IJsel onmogelijk. Voeding daarom door enkele beken, afstroomend van de Veluwe. Tweede pand (11 m A.P.) krijgt het water uit het eerste.

Derde, vierde en vijfde pand weer door beken, w.o. de Grift, die bij Heerde in het vijfde pand wordt geleid (voorbij genoemde plaats dus eigenlijk de gekanaliseerde Grift). Zesde pand in open verbinding met den IJsel. Het Hof van Gelderland was reeds in 1640 gemachtigd de Grift te kanaliseeren, doch stuitte op bezwaren van de industrie (beweegkracht). In 1829 is het A.k. voltooid, in 1869 door het Dierensche kanaal met den IJsel verbonden. Breedte oorspronkelijk ± 11 m, diepgang ± 1,30 m onder kanaalpeil.

Van 1926—1932 zijn verruimingswerken uitgevoerd, waardoor de breedte is gebracht op ± 21 m en de diepte op 2,10 m. Het kanaal is bevaarbaar voor schepen met een laadvermogen van ruim 150 ton. Kcon. beteekenis, zie Gelderland. Heijs.

< >