Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Andreae

betekenis & definitie

Andreae - 1° Daniël Hermannus Beucker, Friesch landbouwkundige. *1772, ✝ 1828.

Werk: Waarnemingen wegens den invloed van het zeewater op het plantenrijk bij de laatste overstroomingen in Friesland (Uittreksels uit Berigten van de Nederl. Huishoudelijke Mij, 1825, 76 vlg.). Moerlands.

2° (Andrea) Jakob, als zoon van een smid ook Schmidlin genoemd. Luthersch godgeleerde. * 1528 te Waiblingen (Würtb.), ✝ 1590 te Stuttgart. Na zijn promotie tot doctor in de theologie aan de universiteit van Tübingen werd hij eerst pastoor en superintendent te Göppingen, daarna professor te Tübingen. Trouw volgeling van Luther, wilde hij diens leer in alle zuiverheid en eenheid bewaren en was daarom na Luther’s dood jarenlang de ziel van de godsdienstige actie der Lutheranen. Hij droomde zelfs van een gezamenlijk frontmaken van alle dissidenten tegen het Katholicisme. Toen hij niet kon slagen, vatte hij, om verwatering te voorkomen, de Luthersche leer in 11 formules samen. Hieruit ontstond na veel kritiek de Formula Concordiae, die in de symbolische boeken van het Lutheranisme werd opgenomen. Eigenzinnigheid en bruusk optreden vervreemdden velen, die eerbied hadden voor zijn werkkracht.

Lit.: een monographie door Theodor Pressel bleef onvoltooid. Wachters.

3° Karl Christian, Duitsch schilder van Bijbelsche onderwerpen, etser en lithograaf. * 3 Febr. 1823 te Mühlheim a/R., ✝ 23 Mei 1904. Leerling van Karl Sohn en Schadow (1839—1844, Academie Dusseldorf). Werkte daarna te Rome (1845—1849), waar hij zich aansloot bij den kring van Steinle, Overbeck en Cornelius (Nazareners). Na afwisselend in Berlijn en Italië te hebben gewerkt, woonde hij van 1867—1881 te Dresden en stichtte aldaar een Vereeniging van Christelijke Kunst. Vestigde zich daarna op zijn familiegoed Helenaberg bij Sinzig a/d Ahr. Hier schilderde hij o.a. een groot aantal wandschilderingen voor kerken. Zijn werk werd vooral beïnvloed door Cornelius.

Werken: altaarstukken voor Saksische dorpskerken, o.a. te Oberwiesenthal, Malkwitz, Calbitz enz.; fresco’s voor de kerken te Linz, Neuwied, Saarburg enz.

de Stuers.

4° Laurentius, zie Andersson, Lars.
5° Volkmar, componist en dirigent, vooraanstaande figuur in het Zwitsersche muziekleven. Gevierd koordirigent. * 1879 te Bern. Werd 1906 dirigent en directeur van het Conservatorium. Is dr. phil. h. c. en sinds 1925 eerepresident van de Schweizerischer Tonkünstlerverein. Zijn composities: koorwerken, liederen, kamermuziek en de opera’s Ratcliff (1914) en Abenteuer des Casanova (1924) missen een bepaald persoonlijk karakter. Reeser.

< >