Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Andhra-kunst

betekenis & definitie

Andhra-kunst - kunstuiting uit het voormalige koninkrijk Andhra in Voor-Indië, vanaf omstreeks 300 vóór Chr. (zie Indische kunst). Dit koninkrijk werd ongeveer 260 v. Chr. door koning Asjoka van Magadha veroverd. Deze werd een verbreider van Boeddha’s leer, waarvan hij een wereldgodsdienst maakte, die op zijn beurt een wereldkunst voortbracht.

Asjoka stichtte vele monumenten, voornamelijk zuilen met inscripties (Asjoka-edicten) en tempels, door geheel zijn rijk. Met hem begon de steenbouw, die een getransponeerde houtbouw was.

De Andhra-kunst is zeer beïnvloed door de Perzische en ook een weinig door de Grieksche kunst. De Perzenkoning Darius stichtte ± 500 v. Chr. een satrapie aan den Indus. Van dien tijd dateert de Perzische invloed op de kunst van Voor-Indië. De Andhra-kunst is een Indo-Perzische kunst.

Perzische stijl-invloed blijkt uit het klokvormige kapiteel, waarboven rug-aan-rug-liggende dieren. Prototype van den Indo-Perzischen stijl ziet men in de welbekende Perzische zuilen van Persepolis en Susa. Grieksche invloed verraadt zich o.a. in de vroegtijdige toepassing van de eierlijst en in de vermindering in hoogte van de klok-kapiteelen van Asjoka’s zuilen. Geheel eigen aan den Andhra-stijl is de sterk gelede, trapvormige basis, die in geen enkel opzicht overeenkomst vertoont met die van de Perzische kolommen.

Voornaamste specimina van deze kunst zijn de gedenkzuilen en stoepa’s. Vooral bekend zijn de groote Stoepa te Sanchi en de steenen afsluitingen met balusters alsook de poortzuilen van Barhoet. Verder nog te Mathoera en de bas-reliëfs van Barhoet, BodhiGâya, Sânchi en Joesoefzai.

Lit.: Cunningham, Archeological Survey of India (V 1875); Ferguson, The Cave-temples of India (1880); Ernst Diez, Die Kunst Indiens; La Roche, Indische Baukunst (I 1921). Hendricks.

< >