Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Anathema

betekenis & definitie

Anathema - (Gr. anatithèmi = op- of omhoogstellen) = iets dat op een verheven plaats gesteld wordt. Gebruikelijke beteekenis:

1°bij de klassieken: a) specerij, b) wijgeschenk; c) monument.
2°In den Bijbel. Het wijgeschenk was: a) eigendom van God; Deze deed ermee wat Hij wilde; b) iets, afgescheiden van het profane, iets afgezonderds. Vandaar volgende afgeleide en meest gebruikte beteekenissen in den Bijbel: a) zaak, persoon door God ter vernietiging bestemd (het vervloekte; de vervloekte): Gal. 1.8; 1 Cor. 12. 3; 16. 22; Rom. 9.3; b) de handeling, waardoor men wenscht, dat een zaak, persoon door God ter vernietiging bestemd worde: Act. 23. 14; c) persoon, uitgesloten uit de religieuze gemeenschap (geëxcommuniceerde).
3°De kerkelijke beteekenis in de dogmatische canones (Indien iemand.... hij weze vervloekt): geëxcommuniceerde wegens ketterij.

De huidige canonieke beteekenis wordt aangegeven in C.I.C., c. 2257: excommunicatie, nl. die kerkelijke censuur, waardoor iemand buiten de gemeenschap der geloovigen wordt gesloten, met de gevolgen, opgesomd in canones 2259—2267. Vooral wanneer de excommunicatie plechtig wordt uitgesproken volgens het Pontificale Romanum wordt zij a. geheeten: can. 2257, 1.

Lit.: A. Vacant, Dict. de Théol. Cath. (I).

Brans.

In de Christelijke graf-epigraphiek is het a. een aanroeping tegen grafschennis. Bijv.: Ik bezweer u bij Christus, laat mijn graf niet geschonden worden. Later worden het ware vervloekingen.

< >