Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Almucia

betekenis & definitie

Almucia - (almutia, almucium, armucia, armucium; Holl.: almuis), kleedingstuk der kanunniken. Oorspr. hoofdbedekking in den vorm van een capuchon of kaproen; sedert de 13e eeuw uit bont vervaardigd; werd in de 15e eeuw tot breeden kraag of schoudermantel. De a. was geen liturgisch kleedingstuk, doch werd alleen in het koor gedragen, speciaal door oude en priester-kanunnieken. Zoo werd ze in de 16e eeuw tot speciaal insignium der kanunneken, die haar nu meestentijds samengevouwen op den schouder of den linkerarm droegen.

Zie Gewaden, liturgische.

De a. is thans nog maar in enkele Fr. plaatsen (Amiens, Atrecht, Bayeux, Chartres) in gebruik en tegenwoordig algemeen vervangen door de mozzetta.

L i t.: Jos Braun S.J., Die liturgische Gewandung (Freiburg i. Br. 1907); Abbé R. Aigrain, Liturgia(Parijs 1930). v. Thienen.

< >