Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Allopathie

betekenis & definitie

Allopathie - (Zie Gr. allos = ander, pathos = ziekte). Deze naam werd door Hahnemann, de vader der homoeopathie (zie Gr. homoios = gelijk, pathos = ziekte) aan de toenmaals geldende geneeskunde gegeven. (Daar de geneeskimde echter niet op „allopathisch” standpunt stond of staat, is de benaming onjuist en misleidend.)

De naam allopathie beduidt, dat men tracht door geneesmiddelen verschijnselen op te wekken, tegenovergesteld aan die der ziekte: bijv. diarrhee tegen verstopping, zweeten tegen droogheid, enz. Allopathie zou dus zijn bestrijding van de verschijnselen, en wel door het tegendeel te bewerkstelligen, maar niet bestrijding van de oorzaak, of van de ziekte zelve. Zie Homoeopathie. Schichting

< >