dient om de deugdelijkheid van melk vast te stellen; berust op het feit, dat sterke alcohol de kaasstof neerslaat. Naarmate de zuurheidsgraad van melk hooger is, des te minder alcohol is er voor noodig.
Men mengt gelijke deelen melk en alcohol van 70 vol. proc. in een reageerbuis; is de melk een weinig zuur, dan kan ze de alcoholproef niet doorstaan. Het mengsel blijft dan niet dunvloeibaar, maar schift. Het schiften hangt ook af van het gehalte aan oplosb. kalkzouten. Verheij.