Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-01-2024

Ahmed

betekenis & definitie

sultans van Turkije

A. I, 1604-1617, kwam op jeugdigen leeftijd aan de regeering als afstammeling van Soleiman den Prächtigen, sedert wiens dood (1566) het Ottomaansche rijk inwendig begon te verzwakken. In do latere jaren zijner regeering was het de oude grootvizier Moerad, die hem beheerschte en de uitwendige grenzen nog deed eerbiedigen ook tegen het opkomende Schiietische Perzië van Abbas den Grooten (1586—1628).
A. II, 1691—1695, trad weinig op den voorgrond en liet den strijd tegen de Oostenrijkers over aan den grootvizier Koeprulu III, die de groote nederlaag leed en sneuvelde in den slag bij Salankemen (19 Aug. 1691).
A. III, 1703—1730, persoonlijk van weinig beteekenis, zag het verval van zijn rijk groote afmetingen aannemen. Als Karel XII, koning van Zweden, na de nederlaag bij Poeltawa (1709) op Turksch grondgebied is gevlucht en tsaar Peter I, eischende dat het Zweedsche leger daarvandaan zal worden verdreven, aan Turkije den oorlog heeft verklaard, wordt het Russische leger door de Turken ingesloten bij de Proeth en tot een vernederend verdrag gedwongen (23 Juli 1711). Na een nieuwen oorlog met Oostenrijk verliest Turkije een laatste stuk van Hongarije en Belgrado met een deel van Servië: vrede van Passarowitsch (1718). Oostenrijk en Rusland blijven Turkije’s gevaarüjke vijanden. A. III wordt in 1730 door een opstand der Janitsjaren afgezet, sterft in gevangenschap (1736).

Lit.: Von Sax, Gesch. des Machtsverfalls der Türkei (1905); N. Jorga, Gesch. des osman. Reiches (dln. III en IV, 1910—1911).

v. Gorkom.

< >