(Gr. = onbekende god). In zijn rede op den Atheenschen Areopagus (Hand. 17. 22—31) verhaalt S.
Paulus hoe hij in de „buitengewoon godsdienstige” stad zelfs een altaar vond met het opschrift: Aan een onbekenden god (v. 23). Zonder grond ontkenden Norden c.s. de historiciteit van wat Paulus beweert, zooals overigens van heel de rede van S. Paulus in Athene. Brans.