Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-01-2024

Afsluitdam

betekenis & definitie

-dijk of -kade is de afsluiting tusschen een nieuwe inpoldering en het buitenwater. Ook de afsluiting van een afgesneden rivier- of zeearm.

Ter plaatse van de ondiepere gedeelten wordt de afsluiting een dijk genoemd, ter plaatse van de geulen een dam; bij geringe afmetingen een kade. De constructie bestaat soms uit een enkele, meestal twee laagsgewijs uit zinkstukken opgetrokken dammen, waartusschen of waarachter het grondlichaam in lagen wordt gestort tot op de hoogte van laagwater. Van daar tot op ongeveer 1 m onder hoogwater wordt de grond gestort tusschen rijspakwerk. De verdere opbouw geschiedt geheel in grond en wordt met een steenglooiing of andere verdediging beschermd.De a. van de Zuiderzee (de wet tot afsluiting en droogmaking kwam tot stand 14 Juni 1918 onder ministerschap van dr. ir. C. Lely) werd aangevangen op 29 Juni 1920 en voltooid op 28 Mei 1932. In plaats van zinkstukken is hier vnl. keileem gebezigd, een zware waterdichte grondsoort, met grooten weerstand tegen golfslag; de keileemdam en de grondaanvulling zijn verdedigd met zinkstukken en met steenbezetting.

J. ten Brink.

< >