Ivar Andreas (spreek: Ozen), Noorsch dichter en dialectvorscher; nadat hij, als autodidact (vgl. Gezelle), uit de levende streektalen en het oudNoorsch van de prozasaga een soort totaaldialect had geschapen (het zie Landsmaal), tegenover het Rigsmaal en het Bymaal, bewees hij de levensvatbaarheid ervan: 1° in bijzonder zangerige lyriek, met als hoofdmotieven de natuur, het gewest en de liefde; 2° in tooneelspelen, waarin reeds allerlei volkskundige stof handig werd verwerkt. *5 Aug. 1813 te Oersten (Sunnmöre), + 23 Sept. 1896 te Oslo.
U i t g.: Skrifter i Samling (3 dln.). — Lit.: A. Garborg e.a., Minneskrift.
Baur.