(Lat.: visio, iets zien) is iets heiligs zien met de ogen of in de verbeelding of alleen met het verstand, wat normaal verborgen is, bijv. de leerlingen, die de heerlijkheid van Jesus zien op de Tabor, Paulus, aan wie Jesus verschijnt op de weg naar Damascus, Joseph, aan wie de Engel in de droom verschijnt, het visioen van Petrus over de roeping der heidenen. Volgens de verklaringen der mystieken gaan de hogere graden der mystieke ervaringen soms met visioenen gepaard.
Iemand kan echter ook buiten mystieke toestand een visioen krijgen. Het is echter buitengewoon moeilijk uit te maken, of wat op een visioen gelijkt, ook werkelijk een van God komend visioen is.
Een criterium kan zijn de inwendige gesteldheid van de visionnair. Er is inderdaad groot verschil tussen de mystieke ziener en de gewone helderziende (zie Parapsychologie).
Toch kunnen ook bij visioenen van waarachtig mystiek begenadigden natuurlijke, zelfs ziekelijke factoren een grote rol spelen (zie Mystiek). K.
D. B.
