Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

TYPOLOGIE, Bijbelse

betekenis & definitie

is een op elkaar betrokken zijn van bepaalde feitelijkheden uit de ene phase van de heilsgeschiedenis op feitelijkheden uit een andere phase: de eerste zaak heet daarbij voorafbeelding, beeld, type van de tweede, haar antitype. Zo is het Paaslam voorafbeelding van ,,ons Paaslam”, Christus (zie Lam).

In Rom. 5 : 14 heet Adam uitdrukkelijk een ,,typos van Hem die komen moest” (zie ook 1 Kor. 10). Fundament is de harmonie tussen de verschillende delen van het éne goddelijke heilswerk, waardoor men kan zeggen, dat personen, instituten, gebeurtenissen uit een verdere phase a.h.w. in het verlengde liggen van een vroegere phase.

Deze objectieve, door God bedoelde continuïteit is echter niet een eenvoudige repetitie: zij is als een hernemen op een hoger plan tengevolge van de groei in Gods openbaring, welke men zich bovendien niet puur homogeen doch ook sprongsgewijze met steeds hernieuwde aanzetten moet denken. Het type komt in het antitype tot „vervulling”.

De uittocht bijv. uit Egypte naar het beloofde land had en behoudt zijn eigen betekenis binnen de geschiedenis van het volk Gods doch wijst tegelijkertijd naar een meer verdiepte en meer werkelijke vervulling zonder dat deze ooit disparaat wordt aan de eerste realisering (zie Uittocht). Een volledige exegese van een dergelijk gebeuren uit de oudere phase der heilsgeschiedenis vraagt dus, dat ik er dit perspectief naar de jongere phase in betrek.

Objectief immers verwijst de voorafschaduwing naar de werkelijkheid, welke volgt, het beeld naar de afgebeelde (vgl. Hebr.-brief!).

De typologische zin legt dus een diepere betekenis bloot, welke in de door God naar zijn heilsplan gerealiseerde werkelijkheden aanwezig is. Slechts indirect reflecteert dit ook op de betekenis van de woorden der Schrift.

Daarom moet zij als zaak-zin onderscheiden blijven van de vollere woord-zin (de zgn. sensus plenior). Deze steunt veeleer op de continuïteit in het sprekende en aangesproken subject: Gods openbarend spreken blijft steeds zichzelf gelijk maar kent toch ook een zekere paedagogie; de menselijke geest van zijn kant heeft tijd nodig om de volheid van de inhoud te,,realiseren” van bijv. het door God beloofde „leven”, „land”, „heil”.

Vandaar een steeds weer hernemen van deze themata in een zekere spiraalbeweging, waarbinnen men elke Schriftplaats, die een dergelijk thema behandelt, moet situeren.Sensus typicus en sensus plenior hangen overigens nauw samen. Bij de typologische zin gaat het tenslotte om een in geloof geduide werkelijkheid; omgekeerd betekent de groei in geloof, waarop de vollere woord-zin steunt, een scherper zien van de openbaringswerkelijkheid. Beide kunnen slechts als Schriftzin gelden, wanneer zij homogeen blijven aan de door de gewijde schrijver geïntendeerde zin, welke grondslag blijft. Dit laatste wordt door het kerkelijk leergezag steeds weer beklemtoond. Overigens bestaat over geheel deze diepere Schriftzin welke door de beide genoemde soorten wordt omvat —, over zijn omvang en de wijze, waarop men hem constateren kan, veel verschil van mening in de hermeneutiek en in zijn practische toepassing in de exegese. (zie Alexandrijnse en Antiocheense school; Bijbel, 5.) j. w.

< >