Johannes (1465-1518), Duits Dominicaan, gaf door zijn aflaatprediking in dienst van de Mainzer aartsbisschop Albrecht van Brandenburg Luther aanleiding om op 31 Oct. 1517 zijn 95 stellingen over de aflaat aan de deur van de Wittenberger slotkerk aan te slaan, hoewel deze niet gericht waren tegen Tetzels prediking in het bijzonder. Betreffende de aflaat voor de levenden was Tetzel orthodox.
In zijn leer over de aflaat voor de overledenen sloot hij zich aan bij de mening van verschillende theologen die hielden dat de aflaat voor de overledenen alleen reeds door een geldofler verkregen wordt en onfeilbaar op deze of gene ziel zal worden toegepast. Ofschoon Tetzel door sommigen hogelijk geprezen, door anderen belasterd is geworden, staat het historisch vast dat hij rein van zeden, een welsprekend volksredenaar, maar tegelijk een middelmatig theoloog was. c.
H. L.